Over de Pathétique

In 1798, op 27 jarige leeftijd, schreef Ludwig Van Beethoven de “Grande Sonate Pathétique” voor zijn vriend Prins Karl von Lichnowsky. De Sonate kreeg zijn naam echter niet van de componist zelf, maar door de uitgever, die onder de indruk was van de tragische klank van het stuk.

De sonate bestaat uit 3 delen:

  • Grave – Allegro di molto e con brio (Ernstig, Drukkend – Snel, met veel glans)
  • Adagio Cantabile (Traag, al zingend)
  • Rondo (Allegro, snel)

Grave – Allegro di motto e con brio

De eerste beweging van de sonate begint met een “Grave” in C mineur, een traag, ernstig gespeeld thema, gevolgd door de expositie dat 3 thema’s bevat. Het eerste thema heeft iets weg van een raket-lancering, een opeenvolging van staccato akkoorden met in de linkerhand een constante tremolo over octaven. In het tweede thema maakt Beethoven een onorthodoxe modulatie naar Eb Mineur, in plaats van de gewoonlijke parallelle majeur. Dit thema is lyrisch & gracieus en wordt gespeeld met gekruiste handen. Het derde thema moduleert dan weer naar Eb majeur met een “Alberti” bas motief. De expositie wordt afgesloten door een Codetta met ideeën uit de opening. Deze beweging is een van de weinige composities die 128ste noten bevat.

Beethoven gaat door in G mineur en keert terug naar het introductie deel. Na het terugkomende “Grave” bouwt de componist door middel van een predominant de spanning op.

Tijdens de recapitulatie brengt hij de expositie terug in verschillende toonaarden: de thema’s 1 & 3 worden gespeeld in C mineur, het 2de thema start onverwacht in F mineur, maar keert terug naar de tonica.

De coda is zeer dramatisch en herinnert ons terug aan het Grave, om vervolgens te eindigen met een snelle cadens.

Afbeelding: Grave

Adagio Cantabile

Het bekende thema van de Cantabile wordt 3 maal gespeeld, telkens in Ab majeur, telkens afgewisseld met 2 modulerende episodes.

De eerste episode start in F mineur (de bijhorende mineur toonladder van Ab majeur) om over te gaan in Eb majeur alvorens terug te keren naar het hoofdthema.

De tweede episode start in Ab mineur om verder te moduleren naar E majeur.

Bij het terugkeren naar het hoofd thema wordt een trioolpatroon geïntroduceerd wat het een vrolijk & dansend karakter geeft.

Het geheel wordt afgesloten door een kort Coda.

Afbeelding: Adagio Cantabile

Rondo: Allegro

De Sonate sluit met een beweging in C mineur, waarvan het thema nauw aansluit bij het tweede thema van het eerste deel. Er wordt ook een referentie gemaakt naar de melodie van de tweede beweging. Zo worden de 3 bewegingen met elkaar verbonden. De 3 episodes worden gespeeld in respectievelijk Eb majeur, Ab majeur & C majeur.

Afbeelding: Rondo

Referentie: Wikipedia